Ik merk aan mezelf dat ik aan het overleven ben in plaats van echt te leven.
Dit komt doordat mijn structuur in mijn privésituatie is gewijzigd. Er zijn wat activiteiten bijgekomen en de tijden zijn veranderd. Nu moet ik constant omschakelen, heb ik weinig hersteltijd, en stapelen de activiteiten zich op. Het gevolg hiervan is dat ik geen overzicht meer heb. Daar kan ik totaal niet tegen. Hierdoor raak ik helemaal gestrest.
Een paar jaar geleden had ik dit niet zo in de gaten en ging ik maar door totdat ik letterlijk en figuurlijk niets meer kon. Mijn lichaam zei STOP. Hierdoor kwam ik bijna 2,5 jaar in de ziektewet. Dit wil ik nooit meer meemaken.
Wat ik in die periode wel geleerd heb, is om mijn signalen op tijd te herkennen.
De stresssignalen waaraan ik merk dat ik aan het overleven ben, zijn onder andere:
- Vermoeid wakker worden
- ’s Nachts wakker worden
- Een drukkend gevoel op mijn hoofd
- Weinig tot geen overzicht
- Gejaagd voelen
- Gespannen schouders
- Onzekerheid
- Controle verliezen
Dit maakt me angstig. Controle en overzicht verliezen zijn funest voor mij, zeker door mijn autisme. Juist door controle en overzicht houd ik rust in mijn hoofd.
De oorzaken hiervan zijn onder andere:
- Te weinig hersteltijd. Hersteltijd is belangrijk voor mij.
- Te veel omschakelen; ik moet verschillende privéactiviteiten tussen mijn werkdag door doen. Dit slurpt mijn energie.
- Te veel activiteiten op een dag. Dit geeft een overlevingsgevoel en ik heb geen tijd om bij te komen. Het voelt alsof alles aangenomen werk is, en dat ik half werk aflever, – zowel thuis als op mijn werk. Ik hou niet van half werk. Dat voelt niet goed.
- Te weinig tijd om op gang kunnen komen in de ochtend. Ik moet meteen in actie komen, waardoor mijn hoofd direct al vol zit.
- De verschillende activiteiten (huishouden, papieren ordenen enz.) stapelen zich op, waardoor ik mijn overzicht verlies.
Ik zeg tegen mezelf “STOP“. Ik weet dat mijn structuur aangepast moet worden, Het gaat erom te kijken naar mijn draagkracht en draaglast, en te communiceren met mijn omgeving. Dit heeft tijd nodig, en dat weet ik nu.
Met mijn nieuwe structuur ga ik de tijd aanpassen, zodat ik eerst wat kan bijkomen in de ochtend. Niet meteen haasten. Rustig doen met wat ik normaal deed: douchen, aankleden, de was tussendoor, iets voorbereiden en spullen bij elkaar zoeken voor het werk. Dit betekent dat ik een uur eerder op moet staan; anders lukt dit niet.
’s Middags lukt het me niet meer om spullen voor de volgende werkdag klaar te zetten. Ik heb daar geen mentale energie meer voor over. Ik heb dit al eens geprobeerd, maar dan vergeet ik van alles.
Energiebalans is belangrijk: ik moet niet te veel verschillende activiteiten op één dag doen en niet te vaak omschakelen. Dit is niet makkelijk. Of ik moet zeggen: “Stoppen met werken“, dan heb ik alleen de privésituatie. Maar is stoppen met werken een gewenste oplossing voor mij? Stoppen met mijn privésituatie is geen optie.
Deze situatie van te veel verschillende activiteiten is van korte duur. Hoe lang dit duurt, weet ik niet, maar het is in ieder geval niet voor de lange termijn. Wat ik wél kan doen, is een rustdag inplannen waarop ik niet hoef te werken. Ook plan ik af en toe een rustweek waarin ik niet naar kantoor of op locatie hoef. Dan heb ik alleen online afspraken – en dat werkt voor mij.
Wat ik echt heb moeten leren, is communiceren met mijn omgeving en hulp vragen. Ik geef nu aan dat het teveel is en dat er een oplossing moet komen. Anders red ik het niet.
Zo probeer ik te voorkomen dat ik verzuip.
0 reacties